Knie letsel

Letsel aan de knie van uw huisdier

Jaarlijks opereren wij meer dan 300 honden en een kleiner aantal katten vanwege knieproblemen. Kniechirurgie is “echt ons ding”.25 jaar ervaring komt goed van pas want elke knieblessure is anders en vereist maatwerk.  In onze kliniek voeren wij de meest succesvolle technieken allemaal uit. Met onze up-to date kennis en techniek halen wij zeer goede resultaten tegen een eerlijk tarief.  Ons doel: een hond die weer alles kan doen wat hij deed voor de blessure er was.

Meer informatie over:

Knie chirurgie bij voorste kruisband letsel

Knie chirurgie bij voorste kruisband letsel

Voor de behandeling van voorste kruisband letsels is inzicht in het ontstaan van deze blessure nodig.

Er zijn grofweg 2 behandelmethodes. Beiden gericht op het stabiliseren van de knie.

  1. Technieken waarbij de voorste kruisband wordt vervangen.  Deze technieken leveren gemiddeld een minder goed eindresultaat en vaker recidive dan de Osteotomie technieken ( TPLO en TTA bv).
  2. Technieken waarbij middels een osteotomie ( het scheenbeen wordt ingezaagd met een botzaag) de anatomie van de knie zo wordt aangepast dat er geen voorste kruisband meer nodig is.

Bij alle technieken is het enorm belangrijk dat het gewricht zorgvuldig geïnspecteerd wordt en dat de resten van de voorste kruisband en losse flappen van de meniscus zorgvuldig verwijderd worden.

Technieken waarbij de voorste kruisband wordt vervangen

  • Een lichaamseigen nieuwe kruisband aanleggen: deze techniek wordt soms toegepast bij heel kleine dieren < 5kg. Voordeel: deze banden worden nooit afgestoten. Het betreft immers lichaamseigen materiaal.
  • Een kunstband aanleggen: bij honden van 10-25 kg kan goede resultaten geven. Er is echter altijd meer kans op recidive of een minder goed resultaat. In lange termijn studies komen de TTA en TPLO er altijd beter uit! Lees hier meer informatie over de kunstband techniek.

Kunstband methode

Of we plaatsen 1 of 2 sterke nylon teugels. De teugels lopen niet door het gewricht. Ze worden eigenlijk nooit afgestoten. Het risico bestaat dat de teugels (op termijn) onvoldoende stabiliteit geven of knappen, waardoor de knie weer pijnlijk wordt.

Technieken middels een osteotomie

De TTA rapid methode

Bij deze methode wordt de aanhechting van de kniepees naar voren verplaatst waardoor de lengte as van de kniepees precies loodrecht op de helling van het scheenbeen plateau komt te staan. De kniepees neemt nu de functie van de kniepees over. Deze methode is een modernisering van de klassieke TTA methode, waarbij meer implantaten gebruikt worden en er meer risico op complicaties is. Honden herstellen snel en goed na deze operatie. De methode is minder geschikt voor honden met een extreem hellend tibia plateau.

De TPLO methode

Bij deze ingreep wordt de helling van het scheenbeen plateau op ongeveer 5 graden gebracht. Het dijbeen ligt nu zo stabiel op het scheenbeen plateau dat er geen voorste kruisband meer nodig is. Het is een heel degelijke methode met voorspelbaar goed resultaat mits goed uitgevoerd. Wij zien nooit problemen met de  geïmplanteerde plaat. De operatie is in onze kliniek al meer dan 300 keer uitgevoerd. Lees meer informatie over de TPLO techniek.

Patella luxaties

Achtergrond: meestal door erfelijke achtergronden, waarbij het verloop van de kniepees niet dezelfde is als het verloop van de lengte as door het boven-en onderbeen wordt de knieschijf ( patella) naar binnen getrokken. Maar het kan ook voorkomen dat de knieschijf naar opzij ( buiten) uit de groeve loopt of soms zowel naar binnen als naar buiten luxeert (uit de groeve loopt). Niet alle dieren hebben duidelijk last van een patella luxatie. Maar vaak is ingrijpen wel aan te raden, omdat er op den duur bijna altijd artrose en pijnklachten ontstaan. Ingrijpen voor er artrose is opgetreden geeft een veel beter eindresultaat. De kans op het ontstaan van recidieven ( hierbij luxeert de patella ondanks een eerdere operatie toch weer) is aanwezig bij alle Patella luxatie operaties. Er zijn een aantal handelingen die uitgevoerd kunnen worden bij de operatie om de Patella Luxatie op te heffen:

  • De groeve waarin de Patella loopt dieper te maken. Indien mogelijk doen we dat met teruglegging van het kraakbeen.
  • De aanhechting van de Patellapees op het scheenbeen verplaatsen. We noemen dat de Crista Tibia Transpositie ( CTT). Stel de knieschijf loopt er naar binnen af, dan helpt het als we de Crista naar buiten verplaatsen. Na verplaatsing wordt de Crista met 1 of 2 pinnen vastgezet.(foto)
  • Er wordt een relaese( = ontspannings) incisie gemaakt in de peesplaat aan de kant van de knie waar de patella naar toe glijdt.
  • In de peesplaat aan de andere kant wordt juist een hechtingen rij geplaatst, waardoor de peesplaat “strakker”wordt en de patella niet toestaat uit de groeve te lopen.
  • In veel gevallen plaatsen we een botanker in de onderkant van het dijbeen aan de andere zijde dan waar de patella naar toe wil. Uit dit anker komen 2 nooit verterende sterke draden, die we om de patella heen hechten en afknopen op het anker.

In zeldzame gevallen is een poot zo “krom”, dat er met een wigosteotomie een correctie van de beenstand moet worden verkregen. Er wordt een wigvormig stuk uit het scheenbeen of het dijbeen gezaagd waarna het been minder krom is. Een botplaat moet er voor zorgen dat alles weer heelt.

Terug naar Chirurgie