Vogelgriep

Vogelgriep komt al langere tijd in Nederland voor. Regelmatig zijn er uitbraken op pluimveebedrijven (kippen en kalkoenen) en ook onder de wilde vogelsoorten (eenden, duiven, zwanen) worden besmettingen gezien. Pluimvee en vogels worden na een besmetting met het vogelgriepvirus snel ziek en sterven vaak binnen enkele uren tot 3 dagen. Bij mensen komt vogelgriep haast niet voor, tenzij er nauw contact (ruimers besmette pluimveebedrijven) is geweest met het virus. Bij andere dieren kan vogelgriep sporadisch voorkomen. Het is dan vaak het gevolg van bijtcontact met besmette kadavers van pluimvee en vogels. Dit geldt ook voor honden en katten.

Adviezen

Door dierenambulances en particulieren worden regelmatig wilde dieren aangeboden. Het is belangrijk om alert te zijn op wilde (water)vogels, vossen en andere wilde vlees- en/of aas etende zoogdieren met neurologische verschijnselen, die mogelijk worden veroorzaakt door vogelgriep.

Het advies voor diereneigenaren is hun honden uit voorzorg aan de lijn te houden bij plekken waar dode (water)vogels kunnen liggen. Daarmee wordt voorkomen dat honden in aanraking komen met besmette vogels

 Vertoont een hond of kat afwijkend gedrag nadat het recent in een gebied is geweest waar dode wilden vogels lagen, dan kan het dier nagekeken en getest worden en eventueel (symptomatisch) behandeld worden door de dierenarts. Er is weinig informatie beschikbaar welke symptomen optreden bij honden en katten na infectie met vogelgriepvirussen.

Op basis van de bevindingen bij wilde zoogdieren raden wij aan uit te kijken naar respiratoire en/of neurologische verschijnselen.

Een hond of kat met vogelgriep kan verschijnselen hebben als koorts, hijgen en benauwdheid, sloomheid, oogontsteking en soms oog- en neusuitvloeiing en zenuwverschijnselen zoals trillen of wankel lopen.

Risico’s voor de mens

Het RIVM heeft een aantal van de vogelgriepvirussen afkomstig van de zoogdieren geanalyseerd. De conclusie is dat er vooralsnog geen afwijkingen zijn dat dit virus makkelijker van dieren naar mensen overgedragen kan worden dan de vogelgriepvirussen die eerder in Nederland gevonden zijn.

Het risico op blootstelling en infectie bij de mens wordt laag ingeschat voor het algemene publiek en laaggemiddeld voor mensen die professioneel met mogelijk besmette dieren in aanraking komen.

Ontwikkelt een eigenaar of medewerker van de kliniek ademhalingsklachten na blootstelling van een potentieel geïnfecteerd dier, meld dat dan bij de lokale GGD om zich te laten testen.

Preventieve vaccinatie wordt aanbevolen voor professionals die beroepsmatig in aanraking komen met (potentieel) HPAI geïnfecteerde soorten.

Melden en verwijderen zieke of dode wilde dieren.

Raadpleeg de vogelsterftekaart met een schematisch overzicht welke vogels aar moeten/kunnen worden gemeld.

Wilde zoogdieren (vlees- en aaseters) met neurologische symptomen voor de dood kunnen worden gemeld aan de NVWA; telefoonnummer 045-5463188 voor eventuele nadere instructies. In alle overige gevallen van gevonden kadavers van wilde zoogdieren kan contact opgenomen met DWHD 

Verdere info over het opruimen van dode wilde vogels en de omgang met levende zieke vogels kan u lenden in de Handreiking die is opgesteld door het ministerie LNV.