Bij lichte ( < 25 kg) honden kan in sommige gevallen worden volstaan met deze techniek. Na het openen van het kniegewricht worden de restanten van de voorste kruisband verwijderd en worden de menisci grondig geïnspecteerd op beschadigingen. De beschadigde delen worden verwijderd. Daarna wordt het gewricht gespoeld. Bij kleine honden ( <10kg) leggen wij vaak een nieuwe kruisband aan, die uit een peesplaat bij de knie wordt gesneden. Deze band wordt door het gewricht geleid. Er is dan een intra-articulaire, lichaamseigen kruisband aangelegd.
De resultaten van deze methode zijn heel goed bij kleine honden. Bij grotere honden tot 25 kg kiezen wij voor een andere methode. Het gewrichtskapsel wordt gesloten en er wordt een kunstband aangebracht aan de buitenkant van het gewricht, daarom noemen we dit een extra-capsulaire band. De band wordt door de voor-bovenkant van het scheenbeen geboord en achter een sterke band aan de buitenkant van het onderbeen gehaald.
De band wordt op de juiste spanning gebracht en door een metalen buisje geleid, dat wordt dichtgeknepen als de band op de juiste spanning staat. Bij honden tot 25 kg is dit over het algemeen een dankbare operatie. Bij beide operaties, hierboven genoemd, wordt ook een sterke peesplaat aan de zijkant over het gewricht gehecht. Dit zal ook bijdragen tot het stabiliseren van het kniegewricht. Erg belangrijk is dat de patiënten na deze operatie strikt aan de lijn uitgelaten worden en ook binnen geen rare bokkensprongen maken.
Het succes van deze operatie wordt voor een belangrijk deel bepaald door de postoperatieve rust. Bij zware honden zien we te vaak teleurstellende resultaten bij deze operatie of we zien ze op oudere leeftijd meer arthrose en de bij behorende (pijn-)klachten ontwikkelen. Het is te overwegen om bij honden met onvoldoende resultaat van deze operatie alsnog met de TPLO of TTA Rapid techniek te opereren waarbij vaak een enorme verbetering optreedt.