Hoeveel beweging moet mijn hond

Beweging voor uw hond

Voor de hond is het belangrijk dat hij minstens 4 keer per dag uitgelaten wordt , waarvan één keer lang. Hoe lang een hond kan bewegen hangt af van zijn leeftijd, ras en gezondheid. Een hond moet na een vorige wandeling weer gemakkelijk opstaan en graag mee gaan.

Bij pups is het zaak om op te passen met wilde spelletjes. Spelen met ballen en andere honden is erg belastend voor de nog onvolgroeide en kwetsbare gewrichten. Veel gewrichtsproblemen, waar honden levenslang last van kunnen houden, ontstaan in de vroege jeugd door overbelasting. Onze stelregel is dat een pup per dag niet meer dan 5 minuten per levensweek intensief mag bewegen/spelen. Voor een pup van 12 weken is dat dus nog maar een uur per dag. Daar hoort zijn eigen “dolle kwartiertje” bij. Verder is het erg belangrijk dat pups in huis niet uitglijden. Zeker voor grote hondenrassen is het belangrijk dat er bijvoorbeeld oude tapijten worden gelegd over gladde parket-of laminaat vloeren. Ook lopen in mul zand is riskant voor een pup.

Al vanaf een leeftijd van 6 maanden kan er met een hond gefietst worden. Om een hond goed naast een fiets te leren lopen kunt u niet vroeg genoeg beginnen met oefenen. Leer eerst de pup naast u te lopen, daarna neemt u de fiets in de linker hand en laat u de pup rechts van u lopen. Als dat goed gaat laat u de pup rechts van de fiets lopen en loopt u links. Erg handig en veilig zijn speciale fietsbeugels, zoals de Springer. U kunt de hond hieraan koppelen, zonder dat er een risico is dat hij in de spaken komt of dat hij u van de fiets trekt. Als u met uw hond gaat fietsen is het heel belangrijk dat u zijn zooltjes tijdens en na de fietstocht controleert. Vooral bij warm weer en op asfalt kunnen zooltjes snel slijten. Door het lopen op een harde ondergrond langzaam op te bouwen zal uw hond meer eelt aanmaken. Fietsen in de zomer kan, maar zodra de temperatuur boven 20 graden komt kan een hond snel oververhit raken.

Gezonde bewegingsvormen zijn stap en draf in een rechte lijn. Rennen is een asymmetrische beweging en kan eerder leiden tot overbelasting van bepaalde gewrichten, evenals veel plotseling wenden en keren . Voor het opbouwen van kracht en conditie en voor herstel na blessures is stappen en draven daarom veel beter. Het is belangrijk dat u naar uw hond kijkt tijdens het uitlaten. Een hond hoort met plezier voor/naast u te lopen. Blijft hij achter en sjokt hij met het hoofd laag achter u aan dan is hij moe of heeft hij pijn.

Een gezonde hond staat soepel op vanuit een liggende houding en is niet stijf of mank. Spierpijn kent een hond amper! Stijfheid duidt bijna altijd op gewrichtspijn. Bij sommige aandoeningen , zoals HD en ED ( elleboogdysplasie) is een hond niet mank, maar stijf en eerder moe. Ze gaan bijvoorbeeld liggen zodra u tijdens een wandeling stopt. Omdat de pijn in beide heupen of ellebogen even erg is valt er vaak geen kreupelheid op. Vaak komen genoemde aandoeningen tot uiting in stijfheid en eerder moe zijn op een leeftijd vanaf 6 maanden.

Bij oudere dieren zien we vaak rugroblemen optreden. Opvallend is dan het moeilijker opstaan met de achterhand. De dieren krijgen meer moeite met springen en explosief wegrennen. Ook doorzakken, slingeren, slepen ( let op extreem afgesleten achterteen nagels) of manken met een of beide achterpoten kan gezien worden. Als de klachten langer bestaan valt op dat de hond een slecht bespierde achterhand krijgt. “Hij wordt mager” krijgen we dan vaak te horen. Het is zaak om te voorkomen dat de bespiering teveel afneemt. Vaak is er met een behandeling een goed resultaat te behalen en heeft uw hond een veel fijnere en pijnloze oude dag dan wanneer er niets gedaan wordt.

In zijn algemeenheid kan gesteld worden dat een hond die kreupel loopt pijn heeft! Er is maar een situatie waarbij dat niet het geval is en dat is als een gewricht door een operatie stijf gezet is. Honden met kreupelheid willen vaak graag lopen, ze kwispelen en springen en rennen en ze piepen zelden. Maar een hond die mankt moet aan de korte lijn en mag niet te lang lopen. Liever 4 keer per dag 10 minuten dan een keer een half uurtje. Als uw hond kreupel loopt mag u best even wachten met het bezoek aan uw dierenarts. Wel moet er na het ontstaan van de kreupelheid verbetering te zien zijn en na 3 dagen hoort de kreupelheid over te zijn. Als een hond zijn poot helemaal niet belast of laat bungelen dan is een snel bezoek wel te adviseren.

Voor dieren met bewegingsproblemen zijn er zeer veel behandelingen mogelijk. Vaak kan een eigenaar zelf al heel veel zelf doen door de beweging beter over de dag te verdelen en explosieve bewegingsvormen te vermijden. Ook overgewicht bestrijden kan zeer effectief zijn in het oplossen van bewegingsproblemen. Er zijn zeer veel preparaten verkrijgbaar die wonderen beloven. Neem bij twijfel over zo’n product gerust contact met ons op dan kunnen we u vaak vertellen of het zin heeft of juist kwaad kan om een bepaald product aan uw dier te geven.

 

Daan Kranendonk, Dierenkliniek Putten