Konijnen
De geneeskunde van het konijn is een vak apart. Konijnen zijn ontzettend leuke huisdieren en kunnen met de juiste verzorging heel oud worden. In onze kliniek heeft Koen Esman zich toegelegd op de geneeskunde van het konijn. Hij heeft hiervoor diverse cursussen en nascholingen gevolgd.
Konijnen zijn sterke dieren en uiten vaak pas in een laat stadium dat ze ziek zijn. Als een konijn stopt met eten ontstaat er al snel een levensbedreigende situatie. Gebitsproblemen en verteringsproblemen komen regelmatig voor.
Als een konijn behandeld moet worden voor een gebitsprobleem is meestal een narcose nodig. Konijnen zijn erg gevoelig voor narcose en moeten daarom heel anders worden geanestheseerd dan andere dieren.
Meer informatie over:
Goede voeding van konijnen
Wat is goede voeding van konijnen?
Onze huiskonijnen hebben net als herkauwers, zoals runderen en geiten veel ruwvoer (hooi) nodig. Herkauwers hebben een pens waar de vertering van ruwvoer plaats vindt. Konijnen hebben echter geen pens maar een goed ontwikkelde blinde darm die een zeer belangrijke rol speelt bij de vertering. Voor een goede werking van de blinde darm is veel hooi nodig.
Helaas krijgen de meeste konijnen te veel korrelvoeding en te weinig hooi. Je zou dus kunnen stellen dat sommige konijnen de hele dag Mc Donalds eten in de vorm van korrelvoeding of zelfs nog erger in de vorm van allerlei snoepstaven en knabbels. De korrelvoeding is afkomstig uit de commerciële konijnenhouderij. Deze konijnen moeten heel hard groeien, zodat ze snel voor de vleesconsumptie beschikbaar zijn. Het korrelvoer heeft dus een hoog energiegehalte. Een volwassen huiskonijn krijgt te veel energierijk voer binnen en zal te dik worden. Daarnaast geeft te veel korrelvoeding dunnere ontlasting of zelfs diarree. Als de diarree een langere tijd aanhoudt kan het achterwerk van het konijn te nat worden en met name bij warme dagen gaan vliegen hier hun eitjes in leggen. Deze eitjes komen uit en de vliegenlarven, ook wel maden genoemd, gaan zich in de huid van het konijn nestelen.
Een konijn mag maar een beperkte hoeveelheid korrelvoeding hebben en liever geen gemengd voer. Als richtlijn kunt u aanhouden een eetlepel korrelvoeding (20 gram) per kilo lichaamsgewicht. Minder mag, ze kunnen zelfs helemaal zonder, tenzij het konijn jongen heeft. Een konijn met jongen heeft extra energie nodig voor de productie van melk.
Er zijn nog meer gezondheidsproblemen die voorkomen kunnen worden met een dieet van veel hooi en een minimale hoeveelheid korrelvoeding. Zoals al eerder genoemd worden konijnen met dit dieet niet te dik. Te dikke konijnen kunnen problemen krijgen met de voetzolen. Door hun gewicht krijgen ze ontstekingen aan de voetzolen.
Een konijn produceert twee soorten keutels: droge keutels met veel vezeltjes erin die u in het hok terug vindt en af en toe donkerder, zachtere keutels. Het zijn deze zachte keutels die veel eiwitten en vitamines bevatten. Konijnen eten ze rechtstreeks uit hun anus en daarom worden ze zelden gezien. Te dikke konijnen kunnen niet bij hun anus en lopen daardoor deze belangrijke eiwitten en vitamines mis.
Tanden en kiezen van konijnen groeien hun hele leven door en zijn gemaakt voor een dieet met ruwvoer. Door het eten van hooi slijten de tanden en kiezen. Bij onvoldoende slijting ontstaan er doorgroeiende voortanden (zie afbeelding). Bij het eten van hooi maken konijnen 120 kauwbewegingen per minuut waardoor de kiezen goed slijten. Op deze manier kunnen er niet zogenaamde haken op de kiezen ontstaan.
De haken prikken tijdens het eten in de tong of in de wangen. Het konijn heeft dan pijn tijdens het eten en zal dus stoppen met eten met alle gevolgen van dien.
Konijnen verzorgen hun vacht goed en krijgen daarbij haren binnen. Door het eten van hooi hebben ze een optimale darmwerking en worden deze haren via de uitwerpselen verwijderd. Bij gebrek aan hooi kunnen deze haren in de maag achterblijven en kan er een haarbal gevormd worden. Omdat konijnen niet kunnen braken raken ze haarballen slecht kwijt. Haarballen veroorzaken veel pijn en het konijn stopt met eten.
Alleen door intensieve medicatie en dwangvoeren kunnen deze haarballen verwijderd worden. Het operatief verwijderen van haarballen is niet mogelijk het zou de dood van het konijn kunnen betekenen.
Wat is nu geschikt voer voor konijnen.
Hier volgt een lijstje als leidraad, met u raad het al: hooi als eerste op het lijstje.
- Ruim voldoende hooi van goede kwaliteit, dagelijks vers.
- Stro, wat tevens als bodembedekking gebruikt kan worden.
- Groenvoer zoals andijvie, bloemkoolblad en boerenkool.
- Wortel.
- Paardebloemblad, weegbree en langstelig gras.
- Wilgentakken.
Narcose bij het konijn
Konijnen zijn erg gevoelige dieren voor narcose en daardoor nemen wij speciale maatregelen rondom de narcose van het konijn. De meest voorkomende operaties bij konijnen zijn sterilisaties en castraties. In tegenstelling tot katten en honden mogen konijnen niet nuchter zijn voor een operatie. Konijnen kunnen niet braken dus het gevaar voor braken tijdens het intreden van de narcose en mogelijk verstikkingsgevaar is er niet. Het is belangrijk dat het maagdarmkanaal van een konijn steeds geprikkeld blijft en niet stil gaat liggen, dus niet nuchter voor een operatie. Om te zorgen dat het maagdarmkanaal optimaal blijft functioneren, geven we voor de operatie een middel om het maagdarmkanaal te stimuleren en te zorgen dat het niet tijdens de operatie stil gaat liggen. Tevens krijgen ze ook al twee soorten pijnstillers, voor, tijdens en na de operatie.
Het toedienen van de juiste narcose kunt u vergelijken met koken. De juiste ingrediënten en combinaties geven het gewenste resultaat. Om een goede narcose te bereiken gebruiken we dan ook een combinatie van verschillende middelen.
- Het konijn wordt op een nauwkeurige weegschaal gewogen, zodat we exact kunnen uit rekenen hoeveel narcosevloeistof toegediend moet worden.
- We geven om te beginnen altijd eerst de helft van de hoeveelheid narcosemiddelen die ze volgens hun gewicht mogen hebben en kijken hoe het effect is bij het konijn.
- We gebruiken twee soorten narcosemiddelen via een injectie, zodat er een optimale combinatie is van voldoende slaap, pijnstilling en spierontspanning. Mocht het nodig zijn dan geven we nog wat bij.
- Zodra het konijn voldoende slaapt gaan we het konijn voorbereiden op de operatie, waarbij het belangrijkste is dat we snel werken en het konijn op de juiste lichaamstemperatuur behouden blijft. We maken hiervoor gebruik van warmtematjes en extra kleine kruiken.
Vervolgens komt er nog een unieke manier van onderhouden van de narcose aanbod. Dit heet het larynxmasker. Het larynxmasker is en zacht plastic voorwerp dat via de mond in de keel komt en zo precies aansluit op de luchtpijp van het konijn. Op de afbeelding hier onder zijn er twee afgebeeld en zoals te zien is zijn ze verschillende van formaat. Voor elke gewichtsklasse is er een larynxmasker, zodat het mooi aansluit in de keel van het konijn. Het larynxmasker was voor het eerst beschikbaar voor mensen en inmiddels is er een masker beschikbaar voor konijnen. Via deze manier kunnen we extra zuurstof en narcosegas toedienen om een goede en veilige narcose te bereiken.
Zodra de operatie ten einde is stoppen we met het toedienen van narcose gas en krijgt het konijn enkel nog zuurstof. Het konijn komt dan al een beetje bij kennis en we verwijderen dan het larynxmasker. Vervolgens geven we nog extra vocht onderhuids om een snelle recovery te stimuleren. Daarna dienen we nog een middel toe, zodat het konijn nog sneller en beter wakker wordt. De volgende stap is nu nauwkeurig in de gaten houden of het konijn gaat eten en keutelen. Zodra dit gebeurd dan weten we dat het konijn klaar is om naar huis te gaan. De eigenaar krijgt pijnstiller en medicatie voor het stimuleren van het maagdarmkanaal mee naar huis om ook thuis een goede nazorg te garanderen.
Verteringsprobleem
Zieke Sproet
Sproet is een drie jaar oud hangoor konijn. Op een ochtend vindt haar eigenaar haar apathisch in het hok. Ze is erg koud en je hoort haar knarsetanden. Ze heeft ook haar eten van de avond ervoor niet opgegeten. Direct bellen de eigenaren naar onze kliniek, want een konijn in deze toestand is een spoedgeval.
Aangekomen op de praktijk onderzoeken we Sproet en voelen een harde dikte voorin de buik en voelen tevens opgezette darmen. Het gehele beeld dat Sproet vertoont past bij het stil liggen van het maagdarmkanaal en dit is nu net één van de meest belangrijke orgaanstelsels van een konijn. Het kan spontaan ontstaan, door verkeerde voeding of een gevolg zijn van een onderliggende aandoening. De dikte in haar buik is een overvolle maag die zich niet meer spontaan ledigt. Dit geeft erge buikkrampen en verklaard het knarsetanden.
We nemen Sproet op in onze opname en beginnen met een intensief behandelplan. Ze krijgt om de drie uur medicatie om haar maagdarmkanaal te stimuleren en overtollige gassen te verwijderen. Tevens krijgt ze pijnstiller toegediend. Om te zorgen dat ze weer gaat eten dwangvoeren we haar om de drie à vier uur met speciale dwangvoeding voor konijnen. We geven haar onderhuids infuus en ze krijgt een kruik in haar hok om op te warmen. In het begin van de middag merken we dat Sproet zich wat beter gaat voelen en dat de medicatie haar werk gaat doen. Ze wordt wat actiever en we vinden in haar hok een keutel. Het knarsetanden is ook verdwenen. De eerste tekenen van een herstart van het maagdarmkanaal zijn aanwezig.
De gehele middag is onze opname assistente bezig om de medicatie toe te dienen en haar te dwangvoeren. Rond een uurtje van vijf begint ze plots aan het hooi te knabbelen en komen er steeds meer keutels. Deze zijn nog wel kleiner dan gebruikelijk maar het is hoopvol. In overleg met de eigenaar besluiten we om 8 uur 's-avonds dat de eigenaar de intensieve therapie thuis voort gaat zetten en dat we de volgende ochtend Sproet weer terug zien voor controle.
De volgende ochtend is Sproet weer vooruitgegaan, ze eet weer en heeft normale keutels. De eigenaar gaat nog de hele dag door met de medicatie. Het dwangvoeren is nu niet meer nodig, omdat ze nu zelf eet. Gelukkig kwamen de eigenaren direct met Sproet naar de kliniek en konden we op tijd ingrijpen om het maagdarmkanaal weer op gaan te helpen.
Door de intensieve verzorging van de opname-assistente en de eigenaar is ze snel weer opgeknapt, echter komt het ook wel voor dat eigenaren te laat ontdekken dat het konijn ziek is of dat we meer dagen intensieve zorg moeten bieden. Een konijn dat niet eet is een spoedgeval, konijnen zijn vluchtdieren en tonen niet snel dat ze ziek zijn, dus als een konijn niet eet dan is er echt iets aan de hand en is een snelle controle door een dierenarts nodig.
Het konijnengebit
Alle tanden van konijnen groeien gedurende het gehele leven door en hebben een erg lange kroon. Totaal hebben konijnen 28 tanden en kiezen, 22 kiezen en 6 snijtanden, waarvan 2 kleine zogenaamde stiftsnijtanden, deze zitten in de bovenkaak achter de grote snijtanden. Deze stifttandjes zijn een soort molensteentjes voor de ondersnijtanden zodat deze in de goede stand geslepen worden. In periodes slijpen konijnen de ondertanden met deze stifttandjes. Stifttandjes zijn uniek voor het konijn en dit onderscheid ze van knaagdieren. De kiezen van het konijn liggen redelijk ver achter in de bek en tussen de snijtanden en de kiezen zit een gedeelte waar geen tanden zitten dit noemen we het diastema. Bij een normale aansluiting van een konijnengebit vallen de boven snijtanden net over de onder snijtanden.
De tanden groeien 2 tot 2.4 mm per week. Daarom moeten konijnen veel hooi eten zodat deze ook weer afslijten. Het hooi wordt met horizontale bewegingen gekauwd. Wanneer een konijn teveel harde dikkere voedingsmiddelen, zoals brokjes, graan en wortelen krijgt ontstaan er teveel verticale kauwbewegingen en dit geeft te veel druk op de einde van de wortels van de tanden en kiezen.
Er zijn diverse oorzaken van gebitproblemen bij konijnen, vooral de voeding speelt een grote rol. Zoals boven genoemd moet een konijn veel hooi eten ,zodat ze goed kauwen en de kiezen mooi afslijten. Als konijnen te weinig hooi eten kunnen er zogenaamde haken op de kiezen ontstaan, zie de tekening rechts.
Er ontstaan haken die richting de wangen groeien in de bovenkaak en in de onderkaak groeien ze richting de tong. De haken veroorzaken pijn tijdens te kauwen en het kan zelfs de reden zijn voor het stoppen met eten. In onze kliniek hebben we een speciale boor om de haken te slijpen.
Als konijnen veel gemengd voer krijgen dan kan het voorkomen dat ze enkel de lekkere dingen zoals graan en mais en zonnepitten eruit selecteren en de saaie brokjes laten liggen, hierdoor kan er een calcium gebrek ontstaan. Waardoor kaakbotten minder sterk kunnen worden en zullen afwijkende tanden en kiezen ontstaan. Hierdoor kunnen er abcessen ontstaan en deze zullen via een operatie geopend moeten worden en de aangetast tand moet dan verwijderd worden.
Sommige konijnen hebben snijtanden die een afwijkend de groei vertonen. De snijtanden hebben dan een verkeerder stand en ze groeien dan als slagtanden naar voren, we noemen dit dan ook olifantstanden. Deze afwijkende groei is deels door een erfelijke aanleg voor een onjuiste groei van de snijtanden. Het is mogelijk om de snijtanden definitief te verwijderen of ze om de zes weken te slijpen.
Het behandelen van het gebit van een konijn is een vak apart. Je moet er speciaal instrumentarium voor hebben en de kennis om te weten wat wel en niet te doen. In onze kliniek hebben Koen Esman en Nadia Brand deze vaardigheden en samen hebben ze al veel konijnen een pijnloos en goed functionerend gebit bezorgd.